News:

Familie Lewenstein wil Kandinsky terug: ‘Stedelijk handelt onethisch’ - The Lewenstein family wants the Kandinsky back: 'The Stedelijk is acting unethically'

1998
1970
1945
Het Parool 27 October 2020
Hanneloes Pen

(English guide translation below)

In de oorlog raakte de familie Lewenstein de schilderijencollectie kwijt. Donderdag is er een rechtszaak tegen het Stedelijk en de gemeente over een werk van Kandinsky. Rob Lewenstein licht de claim toe.


Het schilderij Bild mit Häusern van de familie Lewenstein werd in 1940 op een veiling gekocht door het Stedelijk Museum.

De liefde voor kunst zit bij de familie Lewenstein in de genen. Emanuel Albert Lewenstein (1870-1937), directeur van het gelijknamige naaimachinebedrijf in Amsterdam, kon wegens zijn lucratieve handel een uitgebreide verzameling van schilderijen aanleggen. “Mijn grootouders hadden een Rembrandtverzameling, werken van Kandinsky, Van Gogh, Renoir en Manet. Deze hingen onder meer in het hoofdkantoor op de Dam,” zegt kleinzoon Rob Lewenstein, achter in de zestig.

In de oorlog raakte de familie de gehele collectie – op een ets van Rembrandt na – kwijt. De erfgenamen voeren al jaren een juridische strijd om het werk Bild mit Häusern van Kandinsky, in de jaren twintig gekocht door Robs grootvader, terug te krijgen van het Stedelijk Museum; dat zou het schilderij op onethische wijze hebben verkregen.

Het zit Rob Lewenstein nog altijd ontiegelijk dwars. Hij woont al jaren in een zelfgebouwde blokhut van twee verdiepingen op een afgelegen plek in de Verenigde Staten, maar was graag naar Nederland gekomen voor de rechtszaak. Covid-19 gooide echter roet in het eten. Het interview geschiedt nu via de telefoon in aanwezigheid van James Palmer van het Canadese bedrijf Mondex Corporation, dat erfgenamen van gestolen Joods erfgoed bijstaat. Een portretfoto, zijn leeftijd en woonplaats mag hij van Palmer om veiligheidsredenen niet delen.

Autopech

Lewenstein is een getalenteerd muzikant die mondharmonica, slagwerk en keyboards speelt en heeft opgetreden met legendarische blues­artiesten als B.B. King, Jimmy Rogers, Junior Wells en Buddy Guy. Hij heeft zijn grootouders niet gekend, maar kent de verhalen over de zaak en de schilderijenverzameling uit de overlevering. “Mijn grootvader runde een goedlopende naaimachinebusiness, had een winkel in de Kalverstraat en vestigingen in Frankrijk, België, Zwitserland en Duitsland.”

Robert Gotschalk Lewenstein (1905-1974), de vader van Rob, nam de zaak voor de oorlog over, maar vluchtte in 1940 samen met zijn vrouw met de auto naar Frankrijk. “Ze hadden een schilderij van Rembrandt meegenomen, maar de wagen ging stuk en zo raakten ze ook dat schilderij kwijt. Tot op de dag van vandaag weten we niet waar de Rembrandts zijn gebleven.”

In 1948 emigreerde Robs vader naar de Verenigde Staten, waar hij hertrouwde. In de jaren vijftig bracht hij met zijn zoon een bezoek aan het hoofdkantoor op de Dam. “Mijn vader liet de lege plekken op de muur langs het trappenhuis zien waar de etsen van Rembrandt hadden gehangen. Er waren lichte vierkante plekken op de wanden achterbleven. Het was indrukwekkend.”

Emanuel Albert Lewenstein (1870-1937), directeur van de gelijknamige naaimachinefabriek in Amsterdam. Beeld privé archief

Slechts één ets van Rembrandt is in de familie gebleven: De opwekking van Lazarus, uit 1632. “De ets van Rembrandt hing bij ons thuis aan de muur. Ik keek er elke dag naar.”

Bild mit Häusern en een ander schilderij van Kandinsky, Das bunte Leben, werden in 1940 aangeboden op de veiling van Frederik Muller & Co in Amsterdam. Het Stedelijk kocht Bild mit Häusern voor 160 gulden – een schijntje van de oorspronkelijke waarde van 2000 tot 3000 gulden. Inmiddels zou het werk rond de 20 miljoen euro waard zijn.

Rondedansje

De restitutiecommissie boog zich in 2013 over de verkoop op verzoek van de erven, het Stedelijk Museum en de gemeente Amsterdam, dat officieel in het bezit was van het schilderij, omdat het museum in 1940 niet zelfstandig was.

In 2018 oordeelde de commissie dat het schilderij in de collectie van het Stedelijk mag blijven. Bij het schilderij hangt nu een bordje met uitleg: ‘Er is niet gebleken dat het museum het werk in 1940 niet te goeder trouw heeft verworven.’

Lewenstein heeft het werk nooit ‘live’ gezien. “Ik heb het wel op mijn computer staan en kijk er vaak naar.” Daarbij voelt hij de woede elke keer opborrelen. “Dat schilderij was van mijn familie, het is een erfstuk. De naam van mijn grootvader stond op de achterkant van de schilderijen. Je weet dat het van jou is, maar je krijgt het niet terug omdat er sprake was van onethisch handelen en vriendjespolitiek.”

Kalverstraat nr. 239, bij het Spui waar de naaimachinehandel van de familie Lewenstein lag.Beeld J.L. Scherpenisse/stadsarchief

Als het schilderij weer in familiehanden komt, blijft het niet in het Stedelijk Museum hangen, zegt Lewenstein. “Zij zijn onethisch geweest. Ze weten dat dit schilderij niet van hen is maar willen het niet teruggeven. We hebben het met de familie erover gehad om bij teruggave het schilderij een tijd in het Joods Historisch Museum te laten hangen.”

Maar als het zover is, gaat hij eerst met een kop koffie een paar uur voor het schilderij zitten om te genieten van de prachtige kleuren. “Ik ga dan een liedje spelen en maak een ronde­dansje.”

Robert Lewenstein (1905-1974), de zoon en opvolger van Emanuel Lewenstein.Beeld privé archief

Kader: Groot in naaimachines

Het naaimachinebedrijf van de Lewensteins werd in 1868 opgericht door koopman Adolf Lewenstein en groeide uit tot een van de grootste toeleveringsbedrijven voor de kledingindustrie. De zaak, die winkels in de Warmoesstraat en de Kalverstraat had, kreeg filialen in elf steden, waaronder Rotterdam, Utrecht en Leiden.

Het hoofdkantoor verruilde in 1913 de Oudezijds Voorburgwal voor het pand Vijgendam 12, het huidige Dam 17. In de jaren zestig werd het verplaatst naar de Pieter Calandlaan 5, vlak bij het nog te bouwen Confectiecentrum.

Naast de verkoop van naai- en breimachines was het ook mogelijk dergelijke machines te huren. Een geldophaler kwam wekelijks het verschuldigde bedrag ophalen.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft de firma geëxperimenteerd met een systeem waarbij men zelf kleren kon vervaardigen onder deskundige leiding in door de firma ingerichte ‘naaierettes’.

In de oorlog kwam het bedrijf onder een zogenaamde Verwalter (zaakwaarnemer) en werden tientallen werknemers ontslagen.

Na de oorlog bouwde Robert Lewenstein de zaak weer op. De firma groeide uit tot een bedrijf van 150 medewerkers. In 1993 werd nog het 125-jarig bestaan gevierd in een tv-studio in Aalsmeer.

Lewenstein ging in 1998 failliet.

English translation

During the war, the Lewenstein family lost their painting collection. On Thursday there is a lawsuit against the Stedelijk and the municipality about a work by Kandinsky. Rob Lewenstein explains the claim.

The love for art is in the genes of the Lewenstein family. Emanuel Albert Lewenstein (1870-1937), director of the sewing machine company of the same name in Amsterdam, was able to build up an extensive collection of paintings because of his lucrative trade. “My grandparents had a Rembrandt collection, works by Kandinsky, Van Gogh, Renoir and Manet. These hung in the head office on Dam Square, among other places,” says grandson Rob Lewenstein, now in his late sixties.

During the war the family lost the entire collection - except for an etching by Rembrandt. The heirs have been fighting a legal battle for years to get Kandinsky 's work Bild mit Häusern , bought by Rob's grandfather in the 1920s, back from the Stedelijk Museum; which obtained the painting in an unethical way.

It still bothers Rob Lewenstein immensely. He has lived in a self-built two-story log cabin in a remote location in the United States for years, but would have liked to come to the Netherlands for the lawsuit. However, Covid-19 threw a spanner in the works. The interview is now being conducted over the telephone in the presence of James Palmer of the Canadian company Mondex Corporation, which assists heirs of stolen Jewish heritage. For security reasons, Palmer does not share a portrait photo, his age or place of residence.

Car trouble

Lewenstein is a talented musician who plays harmonica, percussion and keyboards and has performed with legendary blues artists such as BB King, Jimmy Rogers, Junior Wells and Buddy Guy. He did not know his grandparents, but he knows the stories about the business and the painting collection from tradition. "My grandfather ran a thriving sewing machine business, had a shop in Kalverstraat and branches in France, Belgium, Switzerland and Germany."

Robert Gotschalk Lewenstein (1905-1974), Rob's father, took over the business before the war, but fled by car to France in 1940 with his wife. “They had brought a painting by Rembrandt with them, but the car broke down and they lost that painting as well. To this day  we do not know where the Rembrandts have gone.”

In 1948 Rob's father emigrated to the United States, where he remarried. In the 1950s he and his son visited the head office on Dam Square. “My father showed me the empty spaces on the wall along the stairwell where Rembrandt's etchings had hung. There were light squares on the walls. It was impressive."

Only one etching by Rembrandt has remained in the family: The Raising of Lazarus , from 1632. “Rembrandt's etching hung on the wall in our home. I looked at it every day. ”

Bild mit Häusern and another painting by Kandinsky, Das bunte Leben, were offered at the Frederik Muller & Co auction in Amsterdam in 1940. The Stedelijk bought Bild mit  Häusern for 160 guilders - a pittance of the original value of 2,000 to 3,000 guilders. The work is now said to be worth around 20 million euros.

Round dance

In 2013, the Restitutions Committee examined the sale at the request of the heirs, the Stedelijk Museum and the municipality of Amsterdam, which was officially in possession of the painting because the museum was not independent in 1940.

In 2018, the committee ruled that the painting may remain in the collection of the Stedelijk . There is now a sign next to the painting with an explanation: "It has not been shown that the museum did not acquire the work in 1940 in good faith."

Lewenstein has never seen the work 'live'. "I do have it on my computer and look at it often." In addition, he feels the anger bubbling up every time. “That painting belonged to my family, it is an heirloom. My grandfather's name was on the back of the paintings. You know it is yours, but you will not get it back because there was unethical behavior and favoritism.”

If the painting comes back into family hands, it will not hang in the Stedelijk Museum, says Lewenstein. “They have been unethical. They know this painting is not theirs but do not want to return it. We talked with the family about leaving the painting in the Jewish Historical Museum for a while upon return. ”

But when the time comes, he'll first sit down with a cup of coffee in front of the painting for a few hours to enjoy the beautiful colours. "I 'll then play a song and make a round dance."

The Lewensteins' sewing machine company was founded in 1868 by merchant Adolf Lewenstein and grew into one of the largest supply companies for the apparel industry. The business, which had stores in Warmoesstraat and Kalverstraat, had branches in eleven cities, including Rotterdam, Utrecht and Leiden.

In 1913 the head office exchanged the Oudezijds Voorburgwal for the building Vijgendam 12, the current Dam 17. In the sixties it was moved to the Pieter Calandlaan 5, close to the still to be built Confection Center.

In addition to selling sewing and knitting machines, it was also possible to rent such machines. A collector came weekly to collect the amount due.

In the seventies of the last century, the company experimented with a system whereby people could make their own clothes under expert guidance with 'sewing machines' equipped by the company.

During the war, the company came under a so-called Verwalter (manager) and dozens of employees were laid off.

After the war, Robert Lewenstein rebuilt the business. The company grew into a company of 150 employees. In 1993, the 125th anniversary was  celebrated in a TV studio in Aalsmeer.

Lewenstein went bankrupt in 1998.

https://www.parool.nl/amsterdam/familie-lewenstein-wil-kandinsky-terug-stedelijk-handelt-onethisch~b025fa98/
© website copyright Central Registry 2024